Driftbuien + openbare plekken. Ik vind het geen goeie combi. Er zijn situaties dat ik in de supermarkt wil gaan afrekenen en dat Sarah (bijna 2 jaar) nog heeeeel graag een deur van een koelcel open wil doen. En dicht. En open. En dat ik weg wil.
Toen kreeg ik voor de eerste keer te maken met een driftbui. In een supermarkt. Ik voelde me super opgelaten. Ik voelde de priemende blikken van andere supermarktbezoekers en schaamde me dat ik geen controle had over de situatie. Ik pakte Sarah op. Sarah boog zich alle kanten op, terwijl ze 'neeeeee' riep. Adrenaline piekte in mijn lijf en eenmaal buiten kon ik pas weer een beetje nadenken. Ik voelde meteen: zoals ik het nu opgelost heb, voelt niet goed. Ik hou er niet van om Sarah op te pakken en tegen haar wil zo mee te nemen. Het voelt als haar fysiek forceren, wat ik kan doen omdat ze kleiner is. Dat vind ik geen goeie reden. Verder vroeg ik me af waarom ik me nou zo schaamde voor de sterke gevoelens van mijn kind. Langzaam vielen de stukjes op zijn plaats.
Laten zien wie de baas is?
Ik besefte dat mijn schaamte voortkomt uit het idee waar ik mee opgegroeid ben: Je moet laten zien wie de baas is. De nederlandse opvoedcultuur is van dit soort denkbeelden doordrenkt.
Als je uitgaat van dit idee, dan heb je dus een machtsstrijd met je kind en moet er iets gewonnen worden. Het grote nadeel aan deze manier van omgaan met je kind is dat er in een machtstrijd ook een verliezer is. Vanwege het gebrek aan levenservaring, kracht en overzicht, zal dit in de meeste gevallen jouw kind zijn. Als ik merk dat ik een machtstrijd aan het voeren ben met mijn kind, dan stop ik. Ik ben de volwassene.
Leer je een kind wie de baas is door een machtsstrijd aan te gaan en deze te winnen? Ik denk het niet. Je kind leert vooral dat de wil van volwassene schijnbaar meer telt dan de zijne. En als het niet doet wat de ouder zegt, dat het toch onder druk wel gaat gebeuren. Een weinig respectvol voorbeeld van omgang eigenlijk.
De verbinding behouden in een explosieve situatie
In een explosieve situatie probeer ik altijd naar Sarah te kijken vanuit vertrouwen. Ik geloof dat een kind altijd gericht is op het willen behoren bij een groep en dat ze oneindig loyaal zijn aan hun ouders. Waarom dus dit gedrag?
Sarah wordt vaak boos wanneer ik haar overval door in haar ogen ineens weg te gaan en weinig aandacht heb voor waar zij op dat moment mee bezig is. Dat was ook wat er in de supermarkt leek te gebeuren.
“The children who need love the most will always ask for it in the most unloving ways.” (Words of a teacher)
Wat ik de tweede keer deed bij een driftbui
De tweede keer dat een soortgelijke situatie zich weer voordeed, reageerde ik meer vanuit mijn hart. We waren weer in de supermarkt en ik wilde weg en zij niet. Ik liet de priemende blikken voor wat ze waren en keek even naar mijn tierende hoopje kind en vroeg me af wat zij in vredesnaam voor bedoelingen had met het zo standvastig 'nee' zeggen en erbij op de grond gaan liggen. Ik ging eerst even op de grond zitten en keek haar aan. Zij leek verbaasd van mijn plotselinge rust en aandacht voor haar. Ik keek haar verbaasd, maar liefdevol aan. Jij vind het niet leuk he? Vroeg ik. "Nee", zei ze boos. ,,Jij wilt zeker nog niet weg he?" "Nee!" ze ze weer. Ik vertelde haar dat we klaar waren met spullen kopen en dat we nu af gingen rekenen. ,,We gaan nu, ga je mee?", vroeg ik. Ik aaide haar nog even over haar bol en gaf haar een glimlach. Daarna liep ik rustig richting kassa. Ik keek nog even achterom en zei: Kom je? "Ja", zei ze. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En daar kwam ze aangedrenteld.
Sindsdien zie ik een driftbui als een teken dat het emotionele lijntje dat tussen moeder en kind loopt al een tijdje verbroken is. Als ik even terug kijk naar situaties waarin Sarah zulke reacties heftige reakties geeft, dan zie ik al snel dat dat gebeurt als ik erg in mijn hoofd zit. Het zijn situaties waarin ik veel nadenk, me gestressed voel en niet met mijn gevoel bij het hier en nu ben. Nu zie ik een driftbui als een teken dat Sarah aan de bel trekt en mij op een (luid en duidelijke!) manier weer met mijn kop op aarde de plant, omdat zij een aanwezige moeder nodig heeft. Zo mooi geregeld 🙂
Behoefte aan autonomie
Kinderen hebben al op jonge leeftijd behoefte aan autonomie (,,Ikke zelf doen"). Als een kind hevig tegen iets protesteert, is het dus ook zijn recht op zelfbeschikking aan het uitoefenen. Als ik iets in stand wil houden bij mijn kind is dat het weet en voelt wat het zelf wil. Ik probeer dus keuzes te maken. Als Sarah iets zelf kan doen en het is veilig, dan geef ik haar zoveel mogelijk de kans. Een voorbeeld: Sarah vind het niet leuk als ik haar haar kam. Daar vind ze echt niets aan en het doet nog pijn ook. Ze rent dan heel vaak weg. Vaak helpt het dan om haar bij het haren kammen te betrekken. Als ze wegrent, dan roep ik haar en dan zeg ik: ik ga jouw haren kammen, kom je? 9 van de 10 gevallen zegt ze dan ineens 'ja' en komt er aan lopen. Als ik het haar gekamd heb, geef ik de borstel ook nog aan haar en zeg dan dat ze ook nog even zelf kan kammen. Dat doet ze dan ook graag.
Ik moet zeggen dat ik enorm verbaasd was dat dit zo werkte. De traditionele Nederlandse opvoedcultuur (om het maar zo te noemen) lijkt niet gewend om kinderen te vertrouwen. Vaak worden middelen als belonen of straffen ingezet om dingen voor elkaar te krijgen. Het uitgangspunt is dus eigenlijk dat kinderen gemanipuleerd moeten worden om dingen te doen die ze niet leuk vinden. Jean Liedloff herinnerde mij er gelukkig weer aan dat kinderen erg sociale wezens zijn en geen asociale wezens die gesocialiseerd moeten worden. Het zit er wel diep ingesleten bij mij (het wantrouwen in de menselijke natuur), maar het bewustzijn hiervan biedt 1000 en 1 mogelijkheden om het toch anders te doen.
Het verschil tussen empathie en goeiigheid
Een zachtere manier van opvoeden wordt vaak verward met goeiigheid, of alles goed vinden. Hier sta ik zelf helemaal niet achter. Alles goed vinden, of meteen je koers laten varen zodra een kind er tegen protesteert is zeer onbetrouwbaar voor een kind, want je geeft dan je kind de rol van leider, omdat je hun laat bepalen wat er gaat gebeuren. Verzorg jezelf dus goed, zodat je voelt wat jij wel en niet wilt en ook kracht hebt om een duidelijke koers te varen waardoor je kind zich kan laten leiden. Op die manier kan het kind ontspannen, want jij leidt immers. Ook in het stuk hierboven kun je zien dat ik de boosheid van mijn kind accepteer en voor waar aanneem. Toch veranderen ik niets aan mijn koers: ik ga nog steeds wel de supermarkt uit en de haren worden wel gekamd. Ik hou er alleen rekening mee dat dit misschien iets langer kan duren, of even moet wachten. Soms heeft je kind tijd nodig om aan een idee te wennen, even te schakelen en heel soms wil het iets echt niet. Dat kan ook.
Verdiepend verder lezen?
Alfie Kohn heeft een geweldig duidelijk en praktisch boek hierover geschreven, genaamd Onvoorwaardelijk ouderschap. Hier een klein stukje film van hem live in actie.