Het kan heerlijk zijn als de belangen van jou en je kind samenvallen. Er is harmonie in huis en de humeuren blijven goed. Maar als jullie belangen botsen, wat dan? Verlang je dan gehoorzaamheid, zoek je een compromis, of ga je positief belonen? Er zijn zoveel 'technieken' om uit te kiezen.
"Wanneer de angst voor straf, de angst niet beloond te worden of de angst voor onthouding van prettige dingen, leidend is voor de keuzes die je in het leven maakt, dan is er geen sprake van vrij en ongedwongen creatief en leergierig zijn". - Phanta Rhei
Een westerse kijk op gehoorzaamheid
Gehoorzaamheid wordt vaak gezien als een positief iets. Je laat zo het kind zien wat de regels zijn en wat de consequenties zijn als het zich er niet aan houdt. Ook maakt het zo meteen kennis met het feit dat er geluisterd moet worden naar meerderen. Zo hoop je je kind klaar te maken voor de maatschappij. Of train je je kind zo tot iemand die geweldig goed wordt in het opvolgen van bevelen en is dat iets waar je wat aan hebt in je latere leven?
Gehoorzaamheid en macht
Macht zet je in, wanneer je de andere partij niet helemaal vertrouwt dat deze het goede wil doen. We zijn er aan gewend geraakt dat kinderen af en toe stout zijn. We gebruiken uitdrukkingen als 'kwajongens'. Het kijken naar kinderen en het besef dat ze geleid moeten worden, omdat ze anders iets vervelends doen zit er heel diep in gesleten. Is dit wel terecht?
Evolutionair gezien is het niet waarschijnlijk dat tegenwerken, moeilijk doen en stout zijn in onze natuur zit. Voor de overleving van de soort is het belangrijk om door de groep geaccepteerd te worden, samen te werken en op te gaan in de cultuur van je groep. Als we naar bepaalde natuurlijke samenlevingen kijken, zoals Jean Liedloff doet in haar geweldige boek 'The Contiuum concept', zien we dat de Yequana samenleving een vredige samenleving is. Kinderen spelen al vanaf jonge leeftijd samen, zonder ouderlijk toezicht. Er wordt niet gepest en buitengesloten. Ruzies zijn kort en worden door de kinderen zelf opgelost. Ook is er geen 'permissive culture', d.w.z. een cultuur waarin de kinderen vragend naar de ouders kijken en die ouders beslissen of er rood of groen licht gegeven wordt. Er lijkt bij de Yequana's sprake te zijn van een diep vertrouwen in het beoordelingsvermogen van het kind. Er is een continue beschikbaarheid van de ouder, maar de ouder vertrouwt erop dat het kind weet wanneer het hem nodig heeft. Het hangt niet bezorg rond het kind. Deze Yequana samenleving als voorbeeld nemend, zouden we kunnen zeggen dat stout zijn veroorzaakt wordt door het kind te benaderen vanuit de verwachting dat het niet mee wil doen met het belang van de groep/ het gezin. Wat als je die verwachting weet aan te passen? Wat als je ervan uit gaat dat je kind er op uit is om binnen de groep te passen en daarin zinvol bezig te zijn?
"Dat de één in de relatie theoretisch meer ‘macht’ heeft, zou er niet toe moeten leiden dat die macht ook wordt ingezet. Hoe meer macht je gebruikt, hoe minder invloed je hebt. Macht is verwoestend voor de relatie met de ander.”- Alfie Kohn
Gedrag veranderen of intrinsiek veranderen
Het kijken vanuit vertrouwen naar mijn kind (net 2 jaar) is voor mij een dagelijkse oefening. Ik ben zelf heel traditioneel opgevoed, met belonen en straffen. Het is mij dus niet met de paplepel ingegoten om een kind te vertrouwen in zijn beweegredenen. Een hele uitdaging, maar ook een warm bad vol verassingen, waarin ik zie dat het begraven van een strijdbijl de hele strijd overbodig maakt. Een voorbeeld: Als ze iets pakt als we op bezoek zijn en ik het bezoek moeilijk zie kijken, dan zeg ik: ,,zet maar terug". Zonder op te staan of het voorwerp fysiek te pakken gebeurt dit bijna altijd. Ook komt ze in de supermarkt regelmatig aan met snoep, chocola, hele zalmmoten en andere zaken waar ik niet om gevraagd heb 😉 Ik probeer dan naar haar te kijken vanuit een standpunt van vertrouwen. Wat haar beweegredenen precies zijn weet ik niet en ik vind het ook niet heel belangrijk deze precies te kennen. Ik ga ervan uit dat zij onderdeel wil zijn van de groep en zich nuttig wil maken. Het meehelpen eten te verzamelen past dus goed in dit plaatje. Ik werk hier aan mee en zoek dingen uit die ik wil. Ik vraag vervolgens aan haar of zij ze in de kar wil leggen. Ook vraag ik haar dingen uit het rek te pakken. De respectvolle benadering en het erkennen van wat ze doet, creëert een vriendelijke sfeer. Als ze dus aankomt met iets wat ik niet nodig heb, dan zeg ik: ,,nee, doe maar terug" en daar gaat de zalm weer terug de koeling in. Uit de handen trekken probeer ik te voorkomen. Puur omdat ik niet wil dat zij dat leert zien als een normale manier om iets te krijgen. Zo vullen we samen de kar en laden we samen de kar uit. Bij het inpakken zet ik haar in de kar met de tas. Zij doet de spullen in de tas, terwijl ik afreken. Helpen met pinnen wil ze ook altijd, maar dat mag dan weer niet ;-). Het is een heel andere benadering van een kind dan wanneer je het passief in een kinderwagen rondrijdt, of het kind leert om niets te doen en nergens aan te zitten. Op deze manier geef je het kind veel invloed en zelfvertrouwen, omdat het mee kan helpen aan, in dit geval, eten verzamelen. Wel kost het ongeveer 2 keer zoveel tijd en geduld 🙂
Gehoorzaamheid door belonen
Belonen is een populaire manier om je kind aan te zetten tot goed gedrag. Het is waarschijnlijk ook een stuk leuker om uit te voeren, dan het geven van straf. Verder hoop je natuurlijk je kind zelfvertrouwen mee te geven door hem complimenten te geven en dingen als 'goed zo' te zeggen.
De reden waarom ik niet beloon en 'goed zo' zeg, is omdat dit in de kern toch gewoon een manier is om het kind te laten weten dat het gedrag vertoont wat jij graag ziet. Sterker gezegd is het toch weer een vorm van manipulatie, hoe vriendelijk verkleed ook. Ik verwacht dat dit zinnetje hele sterke gevoelens kan oproepen bij mensen die belonen, vooral omdat de intenties waarschijnlijk heel goed zijn. Je kind wil niets liever dan jouw goedkeuring en het gevoel hebben dat het een nuttig onderdeel is van de groep. Toch is het nog belangrijker dat het kind leert voelen welke dingen het kan doen waardoor het zelf blij wordt. Daar heeft het de rest van zijn leven iets aan. Om te illustreren wat ik bedoel: Stel dat je baby net kan kruipen en het ziet een bal die hij wil. Om de bal te pakken moet het over een drempeltje kruipen. Dat doet het voor het eerst. Wanneer de trotse ouders bij de drempel gaan staan en 'goed zo' gaan roepen, omdat het kind voor het eerst over de drempel ging, dan vergeet baby zijn eigen doel: de bal. Het zal, verrast door zoveel aandacht, het drempeltje waarschijnlijk nog een keer over gaan en nog een keer en nog een keer. Tot dat het gewend is aan de reaktie. Dan zal het op zoek gaan naar het volgende ding waardoor papa en mama weer zo blij van hem worden. Het patroon van het pleasen van een ander, in ruil voor goedkeuring is gelegd.
TIP: Wil je niet belonen, maar wel laten zien dat je enthousiast bent over iets wat het kan/ doet/ zegt? Luister naar je hart en je gevoel. Als mijn kind blij is dat het iets kan, dan sta ik vanzelf al mee te springen, omdat ik me ook zo blij voel voor haar. In plaats van 'goed zo', zeg ik dan dingen die ik voel en waarneem.
Gehoorzaamheid komt met een prijs
Een ouder heeft vaak lange termijndoelen voor zijn kind. Een paar dingen die ik voor mijn kind hoop, zijn bijv. dat ze gelukkig wordt, dat ze haar eigen weg durft te gaan, dat het een ruimdenkend persoon wordt en heel veel liefde durft te geven en zich niet teveel zal laten leiden door angst. Misschien herken je hier wat in, of heb je andere wensen. Een aantal van deze lange termijndoelen gaan heel slecht samen met je kind gehoorzaam maken. Het huidige schoolsysteem verlangt bijv. dat het kind, een jaar of 12 lang, gehoorzaam kennis tot zich neemt, die een ander voor het kind heeft uitgezocht, een ander heeft ook hiervan bepaalt wat belangrijk is om te onthouden en een ander bepaalt dat de beste manier om het kind dit te laten onthouden is dat het kind bepaalde zaken die de andere heeft uitgekozen, reproduceert. Vervolgens wordt het kind beloont met een cijfer die opgesteld is aan de hand van de criteria bepaald door een ander.
Het hele systeem is gericht op motivatie van dingen die buiten het kind zelf liggen. Niet het eigen gevoel voor plezier, voldoening en nieuwsgierigheid worden geprikkeld, maar het streven naar goede cijfers en goedkeurig van meesters, ouders en klasgenoten. Ongeacht of een kind wel of niet geniet van de lesstof, het leert vooral wat een ander belangrijk vind en hoe het moet bewegen in het systeem om beloond te worden. Er wordt dus vooral gesleuteld aan het gedrag en niet aan de intrinsieke motivatie. Na die 12 jaar van het vooral passief opnemen van kennis wordt er ineens verwacht dat het kind weet wat het zelf wil gaan doen in de maatschappij. Dit is op school vrijwel niet geoefend. Het kind is geoefend in het weten wat de meester en juf van hen wil. Zo heb je generaties afgestudeerden die geen idee hebben wat ze nu zelf willen doen met hun leven. Deze kinderen vallen snel ten prooi aan het laten afhangen van hun beroepskeuze aan zaken als hoe economische lucratief een diploma is. Dit is vaak een slechte basis om geluk te ervaren in je werk. Het is wel heel handig als je een bureauklerk wilt opvoeden die graag naar de baas luistert, maar niet als je een vrijdenkend individu wilt grootbrengen. Het is noodzakelijk voor een kind om in een veilige omgeving zijn mening te mogen geven, of iets heel anders dan de rest te willen. Ook al wil of kun je als ouder misschien niet tegemoet komen aan de wens van je kind, je kunt hem dan wel in zijn waarde laten.
Mag alles dan?
Dat je geen machtsmiddelen inzet, betekent niet dat er perse chaos ontstaat, of dat alles mag. Jean Liedloff beschrijft wat ze gezien heeft bij de Yequana indianen: Kinderen helpen jong mee in huis, ze zijn respectvol en er heerst over het algemeen een vredige sfeer. Dit terwijl er niet beloond en gestraft wordt. Er worden slechts persoonlijke grenzen aangegeven. Ferm je grenzen aangeven werkt voor mij ook het beste, met gevoel. Het betekent wel dat ik soms ook accepteer dat Sarah iets echt niet wil. Een kind is nu eenmaal een eigen individu en dat wil ik graag zo houden. Een kind alles laten mogen omdat je het nou eenmaal graag gelukkig wilt zien, grenst voor mij aan het ontoelaatbare. Voor een kind is een ouder zonder grenzen heel onbetrouwbaar. Lees hier meer. Een kind heeft jou nodig als voorbeeld om te kunnen volgen. Een ouder mag deze rol met zorg dragen en ook zorgen dat het een plan heeft, waar het kind aan mee kan werken. De ouder moet stevigheid bieden zodat het kind zich op de ouder kan richten voor leiding en als voorbeeld.
"Natuurlijk ouderschap betekent niet dat je nooit 'nee' verkoopt. Het betekent alleen dat je je kinderen leert dat 'nee' niet het einde van de wereld is". -Quote van onbekend-
Alfie Kohn
Alfie Kohn heeft een boek geschreven over dit onderwerp en geeft hier ook lezingen over. Het boek heet "Onvoorwaardelijk ouderschap". Hij beschrijft hierin grappig en onderbouwd met onderzoek wat voor korte termijn effecten belonen en straffen hebben op een kind en hoe je een kind wel intrinsiek kan motiveren.
Als je het via deze link koopt, dan gaat een klein deel naar mij en mijn website. Dit zou ik heel fijn vinden. Het boek is overigens niet duurder als je het via deze link koopt. Of je koopt het tweedehands, op Marktplaats bijv.
haha dit is echt genial! precise wat er volgens mij zo ongeveer ALTIJD fout gaat in "opvoeding" zeer herkenbaar in alle opzichten! Top!! leuke site btw groetjess
Dankje, voor mij was dit soort informatie ook een eye opener. Zo blij dat er toen vrouwen waren die info met mij deelden 🙂